Carpe diem!

Gepubliceerd op 14 februari 2024 om 10:46

Een eetbare tuin begin je natuurlijk, omdat je het plezierig vindt om te tuinieren. We hebben echter allemaal drukke levens en de lol is er snel af als tuinieren alleen bestaat uit de strijd tegen onkruid. Rustig kunnen genieten van de groeiende planten en de dieren die voorbij komen is minstens zo belangrijk. Zo wordt het tuinwerk niet het zoveelste punt op je lange to-do-lijst, maar een rustpunt.

Een goed ontworpen en aangelegde eetbare tuin is van nature al veel minder werk dan een moestuin of een klassieke tuin met kale aarde tussen de planten. Daarnaast kan het veel tijd en moeite schelen om mee te bewegen met de natuurlijke processen in de tuin. Zo is het belangrijk om te beseffen dat de natuur geen afval kent. Alle onderdelen van planten, dieren en kleinere organismen worden hergebruikt aan het einde van hun levensduur. Dat gebeurt via kringlopen.

Kringlopen
Alle elementen in de natuur; bomen, water, dieren en wijzelf, bestaan uit kleine chemische onderdelen, de atomen. Bekende voorbeelden zijn koolstof-, stikstof- en zuurstof, met de symbolen C, N en O resp. Meestal zijn atomen onderdeel van een grotere verbinding, zoals een molecuul koolstofdioxide (CO2) in de lucht of een glucose molecuul (C6H12O6). In een kringloop wordt het atoom of molecuul verplaatst van de ene verschijningsvorm naar de andere. Zo zit een C-atoom soms in een besje. Als dat besje gegeten wordt door een merel, wordt het atoom onderdeel van het weefsel van die merel of het wordt weer uitgeademd als CO2. Soms zitten elementen voor honderden jaren ‘vast’ in dezelfde toestand, bijvoorbeeld een koolstofatoom in de stam van een boom. Soms verandert de verschijningsvorm van het atoom veel sneller; een koolstofatoom in een blaadje wordt opgegeten door een konijn, die het de volgende dag uitscheidt in zijn ontlasting, waarna het atoom wordt opgenomen door micro-organismen in de bodem.

Kringlopen zijn van levensbelang in een ecosysteem, omdat er op deze manier voortdurend groei, onderhoud en afbraak kunnen plaatsvinden terwijl voedingsstoffen en energie behouden blijven.

Energie behouden
Tot zo ver de theorie, wat betekent het in de praktijk? In de natuurlijke tuin probeer je voedingsstoffen en energie zoveel mogelijk te behouden. Dit doe je door de natuurlijke kringlopen te ondersteunen en te bewegen richting ‘opslag’ in je tuin. Afgevallen takjes en blaadjes kun je bijvoorbeeld het beste laten liggen. Ze vormen de voeding voor het bodemleven; wormen, pissebedden, schimmels en bacteriën in de grond leven van de resten van planten en dieren en verwerken ze tot nieuwe voedingsstoffen voor planten. Het laten liggen van de bladeren voedt niet alleen het bodemleven en de planten, maar zorgt er ook voor dat de bodem bedekt blijft. Dit beschermt de bodemstructuur en het bodemleven tegen kou en neerslag in de winter.

Ook snoeihout of onkruid zijn geen afval. Van afgesnoeide takken heb je in een handomdraai een mooie takkenril gemaakt (zie blog 2) en uitgetrokken onkruid is goed te gebruiken als mulch. Mulchen is het bedekken van de aarde met plantenresten uit je tuin. Onkruid dus of afgeknipte smeerwortel, overtollig stro, of iets anders dat ruim voor handen is. Ook zo voed en bescherm je de bodem. Pas wel op met bloeiende of uitgebloeide onkruiden als mulch, voor je het weet zaai je effectief de hele tuin in met brandnetel of distel. Fijn voor de tuin, minder fijn voor jezelf.
Kortom, door het tuinafval in de tuin zelf te verwerken, gooi je geen kostbare energie weg en help je het bodem- en plantenleven. Bovendien bespaar je tijd en geld: minder onkruid wieden en de aanschaf van compost wordt overbodig.

Niet alleen de energie uit de plantenresten wil je graag bewaren in de tuin, ook zonne- wind- en waterenergie wil je zoveel mogelijk opslaan of gebruiken. Dit hoeft niet met grote windmolens en accu’s te gebeuren. Donkere stenen in een vijver vormen al een goede opslag van zonne-energie, die wordt gebruikt in de koude nacht erna. In feite zijn alle bladeren van planten kleine zonnepaneeltjes. Dus hoe meer groen, hoe meer zonne-energie er wordt vastgelegd in je tuinsysteem. Ook water kun je makkelijk bewaren; met een waterton vang je zonder moeite het regenwater van het dak van huis of schuur. Heb je een tuin met een beetje reliëf, dan kan een swale interessant zijn. Dat is een greppel met een vlakke bodem die het water van hogerop opvangt, zodat het langzaam in de bodem kan sijpelen. Wind is goed te gebruiken als droogenergie; op een warme dag met wat wind zijn verse kruiden snel droog, zonder gebruik te maken van een droogoven.

Accepteer feedback
Een andere advies voor een onderhoudsarme tuin is: wees niet te eigenwijs, maar accepteer feedback uit je tuin. Als een bepaalde plant ergens niet lekker groeit of zelfs doodgaat, dan heeft het weinig zin om een nieuw exemplaar van diezelfde plant op die plek te zetten. Blijkbaar zijn de omstandigheden daar niet goed genoeg. Observeer rustig wat er aan de hand zou kunnen zijn. Is de plek te nat, was het omringende gras te hoog of was de mulchlaag te dik waardoor het een kraamkamer voor slakken werd? Laat je niet uit het veld slaan en probeer de tuin of de beplanting zo aan te passen dat het probleem wordt opgelost. Het ophogen van een nat deel van de tuin met een paar decimeter aarde, heeft meestal al genoeg effect. Of er juist planten neerzetten die het heerlijk vinden om met hun wortels in het water te staan. En weet je niet zeker in welke hoek je de oplossing moet vinden, gooi dan niet direct de hele tuin overhoop, maar voer kleine aanpassingen door. Zo kun je het verschil met de eerdere situatie goed observeren. Zo blijft de tuin het rustpunt in je drukke leven!