Bloeiende beauty's

Gepubliceerd op 13 maart 2024 om 15:29

Bloeiend amandelboompje

Ah, het voorjaar! Je ziet en ruikt het buiten, heerlijk! Natuurlijk, maart roert zijn staart, dus er zijn nog genoeg grijze en grauwe momenten, maar door de hoge temperaturen zijn er al heel wat ontluikende en bloeiende planten te zien. Zo staat onze nieuwe amandelboom(pje) al volop in bloei. Nu maar hopen dat er geen vorst komt...

We zijn druk bezig de tuin klaar te maken voor de rondleidingen en workshops in april en mei, want ook afgelopen winter hebben we nog nieuwe tuindelen aangelegd.

In de lente- en zomermaanden zijn we dus veel buiten en daarom zijn de voedselbostuin-blog iets bondiger. Maar niet getreurd, iedere editie behandelen we een plant die een mooie aanvulling kan zijn op je eigen voedselbostuin. Dus met je plantenkennis komt het helemaal goed dit jaar. 😊

Vandaag een ‘gouwe ouwe’, de hazelaar. Voor de meeste mensen niet de meeste sprankelende struik van het voedselbos, maar onderschat deze taaie notenproducent niet. Als vast onderdeel van het openbaar gemeentegroen wordt hij meestal smal en laag gehouden en krijgt hij weinig kans om lekkere noten te produceren. Maar geef je de hazelaar de ruimte, dan kan het een grote, vertakte struik worden van wel zes meter hoog en vier meter breed.

In voedselbossen en eetbare tuinen worden veelal vruchtselecties van de Corylus avellana aangeplant die grote, smakelijk noten geven die redelijk makkelijk te kraken zijn. De cultivars Cosford, Hallesche Riesen, Lange Spaanse/Kentish Cob, Pearson’s Prolific, Webb’s Prize Cob, Tonda di Romana en Tonda di Griffoni (en anderen, zo’n lijst is nooit compleet) zijn over het algemeen goed te verkrijgen in Nederland en hebben onderling subtiele smaak- en textuurverschillen. De selectie ´Rode Zellernoot´ heeft rood blad en is daardoor een mooie afwisseling in de groene voedselbos(tuin).

Rijpende hazelnoten in de zomer

Een hazelnootboorder (foto: © entomart)

Hazelaars zijn sterke planten die goed resistent zijn tegen de meeste ziekten. Toch kan de hazelnootboorder heel wat schade toebrengen, vooral in landen met commerciële hazelnootteelt zoals Turkije. De kleine kever legt zijn eitje in de vrucht als de wand nog zacht is, en de larve doet zich te goed aan de groeiende hazelnoot. Als de larve volgroeid is, knaagt hij zich een weg door de hard geworden schaal en overwintert in de grond. Ook in Nederland komt de hazelnootboorder voor, maar zorgt hier nog niet voor grote problemen. De selectie ‘Tonda di Romana’ lijkt goed resistent te zijn tegen de kever en kan daarom interessant zijn voor teelten op grotere schaal.
Ook de eekhoorn houdt erg van hazelnoten. Op plekken met veel eekhoorns kan het moeilijk zijn om hazelnoten te oogsten, meestal zijn de eekhoorns je voor…

De hazelaar stelt niet veel eisen aan de grond. In de meeste grondsoorten kan hij prima groeien, maar hij kan niet goed overweg met langdurige droogte. Vochtige, humeuze aarde is zijn favoriet. In zijn jonge jaren houdt de hazelaar niet van de volle zon en is een plek in de halfschaduw van een lagere struik aan te raden. Als hij uitgroeit, kan hij de volle zon meer waarderen, maar ook in de halfschaduw geeft hij voldoende oogst.

De hazelaar wordt meestal vermeerderd door stekken of het afleggen van jonge takken (naar de grond buigen en afdekken met aarde totdat de tak wortels gemaakt heeft). De hazelnoten zelf kunnen ook uitgroeien tot jonge planten, maar door mogelijke kruisbestuiving met andere hazelaars is het onzeker of er een grootvruchtige soort zal ontwikkelen.
Voor de hazelnotenoogst is het juist goed om meerdere hazelnootrassen aan te planten. Kruisbestuiving geeft, zoals bij veel plantensoorten, een hogere opbrengst. De bestuiving vindt vroeg in het voorjaar plaats. Vanaf januari beginnen de vroege soorten te bloeien en rond april is het proces meestal klaar. De mannelijke katjes, duidelijk zichtbaar in de struik, produceren veel stuifmeel dat door de wind wordt verspreid. Hazelaargevoelige hooikoortspatiënten onder ons weten er helaas alles van. De vrouwelijke bloemen van waaruit de hazelnoten zich ontwikkelen zijn een stuk onbekender; ze zijn klein, vuurrood en prachtig!

Tijdens de laatste ijstijd (zo’n 11 duizend jaar geleden) is de Corylus door het koude klimaat teruggedrongen naar het zuiden, maar toen de kou verdween, wist de hazelaar onze lage landen snel weer te bereiken. Hierdoor heeft hij een lange geschiedenis van samenleven met de flora in ons land. Uit onderzoek blijkt dat er wel 106 soorten insecten en mijten op de hazelaar gevonden worden. Het aanplanten van een hazelaar is daarom absoluut een goede investering in de biodiversiteit van een voedselbos(tuin).

Mannelijke katjes en vrouwelijke bloemen